Burgerlid Davy Jansen van Lokaal Brabant heeft bij de themadag van 19 januari tijdens het rondvraagmoment vragen gesteld aan Gedeputeerde Wilma Dirken van Stikstof over de vergunningverlening van de Vlaamse overheid rond de bouw van een nieuwe fabriek van het Britse chemiebedrijf Ineos in de provincie Antwerpen.

De volgende vragen zijn gesteld:

  1. Er is een nieuwe vergunning verleend waar de vorige kennelijk te weinig in kaart bracht wat het project aan impact had op de Nederlandse en met name Noord-Brabantse natuur. Is, voor zover GS kan vaststellen er nu wel sprake van het in kaart brengen van de effecten van dit project op onze Noord-Brabantse natuur en wat volgt daaruit?
  2. Het is aannemelijk dat er schade wordt veroorzaakt, door neerslaan van stikstof of van andere verontreinigingen op de Brabantse Wal en het Ulvenhoutse Bos, welke beide bij Zuidwestenwind in een (vrijwel) rechte lijn liggen ten opzichte van de locatie van de nieuwe Ineos fabriek. Hoe verhoudt zich deze neerslag van stikstof, en andere verontreinigingen, ten opzichte van de reeds gemeten of berekende neerslag op de betreffende natuurgebieden, de Brabantse Wal en het Ulvenhoutse Bos? En: kan dit van invloed zijn op het verlenen van vergunningen door de Provincie Noord-Brabant aan bedrijven die in
    West-Brabant gevestigd zijn of willen zijn?
  3. Tegen de vorige vergunning heeft de provincie Noord-Brabant en ook de provincie Zeeland bezwaar gemaakt. Is GS van plan ook tegen deze vergunning in het geweer te komen?
  4. De gang van zaken met betrekking tot de vergunningverlening door de Vlaamse overheid vinden we opmerkelijk. We hebben ook eerder gehoord over vervuilende bedrijven in het Antwerpse havengebied, denk aan 3M bijvoorbeeld. Is GS bekend met nog andere bedrijven, in het Antwerpse havengebied of elders in Vlaanderen, welke, op basis van een door de Vlaamse overheid verleende vergunning, een grensoverschrijdend vervuilend effect hebben op onze Noord-Brabantse natuur? Welke actie neemt GS hierop?

Gedeputeerde Dirken gaf aan dat nog altijd wordt gesproken met de Belgische overheid en dat bij toename van de stikstofuitstoot zeker ook beroep aangetekend zal worden tegen de vergunningverlening. Tegelijkertijd gaf Dirken aan dat bij inwerkingtreding van het stikstof decreet in België ook de uitstoot richting Nederland mogelijk sterk zou kunnen gaan verminderen.