De OSF heeft kennisgenomen van het rapport van dhr. Remkes “Wat wel kan – Uit de impasse
en een aanzet voor perspectief.”

De OSF is het met dhr. Remkes eens dat er op kortere termijn stappen dienen te worden gezet
in Nederland, maar zeker ook in Europees verband. Meer dan 35% van de stikstofdepositie is
afkomstig uit het buitenland. De OSF stelt vast dat een aantal Europese regels en wetten de
huidige innovaties op het gebied van mestverwerking in Nederland, om te komen tot nuttige
nagenoeg emissie loze omzettingen in Renure-meststoffen, biogas en vervangers van potgrond,
in de weg staan. Bijvangst van deze innovaties zou daarnaast een aanzienlijke CO2 reductie zijn.
Aan de hand van citaten uit het rapport heeft de OSF een aantal vragen voor de regering.

Citaat pagina 7:

“Daarom is er een gerichte aanpak op de korte termijn nodig, die daadwerkelijk
stikstofreductie realiseert. Ik schrijf deze boodschap met een bezwaard hart op, maar ik
zie geen andere route. Door binnen een jaar 500 tot 600 piekbelasters (zowel uit de
agrarische sector als uit het bedrijfsleven) uit te kopen, maakt het kabinet ruimte voor de
eerste stap van natuurherstel.

Door dit gericht te doen, raakt het zo min mogelijk agrariërs (circa 1% van de populatie)
en wordt het mogelijk om de meer dan 2.500 PAS-melders en interimmers met voorrang
te vergunnen.”

Citaat pagina 25:
“7. Alle sectoren moeten bijdragen. Ik verwacht na een eerste analyse dat de meeste
piekbelasters agrarische ondernemingen zullen zijn. Dat leidt niet tot het evenwichtige
beeld dat wel beoogd was. Dit betekent echter niet dat de industrie op korte termijn niets
hoeft te doen. Om tot een evenwichtiger beeld te komen, dienen op korte termijn ook
afspraken over een stikstofaanpak voor de sectoren industrie, mobiliteit en bouw te
worden gemaakt, om de stikstofdeken versneld verder terug te dringen.”

Vragen (i):
Deelt de regering de inhoud van deze citaten en gaat de regering deze overnemen?

Is de regering voornemens om een heldere en eenduidige definitie – inclusief bijbehorende
toetsbare criteria – van het begrip ‘piekbelaster’ vast te stellen? Zo ja, op wat voor termijn? Zo
nee, waarom niet?

Is de regering voornemens om in dit geval dezelfde definitie toe te passen voor de agrarische
sector als voor het overige bedrijfsleven?

Is de regering voornemens om te komen tot een evenwichtige verdeling, onderverdeeld in de
verschillende sectoren agrarisch en niet-agrarisch, om “naar rato” alle piekbelasters een
evenwichtige bijdrage te laten leveren aan de oplossing van het stikstofvraagstuk?

Op welke wijze is de regering voornemens om piekbelasters te informeren dat zij behoren tot de
doelgroep piekbelasters?

Is de regering bereid vanaf de start van de mogelijke uitkoop van piekbelasters, deze af te
handelen in volgorde van omvang van de mate van piekbelasting (“de grootste eerst”) zonder
daarbij onderscheid te maken tussen agrarische en niet-agrarische bedrijven?

Is het voor de regering denkbaar om te komen met een “Wet voorkeursrecht overheid” in het
kader van de uitkoop van stikstof en overige rechten? Dit mede gezien het gegeven dat uit
onderzoek blijkt dat waarschijnlijk circa 30% van de agrarische ondernemingen in de periode tot
2030 zal stoppen, onder andere door gebrek aan bedrijfsopvolging en andere autonome
ontwikkelingen.

Hoe realistisch acht de regering de door Remkes genoemde termijn van één jaar voor de
realisatie van de uitkoop van de 500 á 600 piekbelasters?

Is de regering voornemens om onderzoek te verrichten naar mogelijke piekbelasters die tot op
heden onder de radar zijn gebleven, en de omvang van deze belasters vast te stellen?
Bijvoorbeeld: de nog niet onderzochte stikstofbelasting van vliegverkeer boven 800 meter hoogte.

Is de regering voornemens om – in lijn met voorliggend rapport van Remkes – in het komende
jaar de problematiek rond de meer dan 2500 PAS-melders en interimmers met de grootste
prioriteit af te handelen?

Citaat pagina 26:
“11. Ontwikkel een stoffenbalans waarmee de agrarische ondernemer kan sturen op
doelen en emissies. Maak deze balans op termijn afrekenbaar. Een ondernemer kan veel
beter sturen op de emissies van zijn bedrijf dan op waar die emissies precies neerslaan.
Het hoort bij ondernemersvrijheid dat je zelf verantwoordelijk bent voor de keuzes die je
maakt om gestelde doelen te bereiken. Om deze stap te zetten is een meetsystematiek
nodig, een zogeheten ‘stoffenbalans’. Daarmee kun je zien welke stoffen op het erf komen
en welke stoffen het erf verlaten. Het is niet eenvoudig om een goed werkende
stoffenbalans te maken, waarvan de kwaliteit geborgd is en die handhaafbaar is.33 Een
stoffenbalans mag geen papieren realiteit zijn en moet gebaseerd zijn op daadwerkelijke
registratie en meting op bedrijfsniveau. Als deze systematiek op orde is, dan is het ook
mogelijk om er een handhaafbaar instrument van te maken.34 Dan heet het een
Afrekenbare Stoffenbalans. Ik vind het verstandig om op korte termijn eerst een ‘gewone’
stoffenbalans in te voeren als instrument om boeren te helpen sturen op stikstofuitstoot
en andere stoffen. Bij bewezen werking wordt deze binnen enkele jaren ‘afrekenbaar’
gemaakt en is het daarmee ook een handhaafbaar sturingsinstrument.”

Vragen (ii):
De OSF is bekend met de vele innovatieve ontwikkelingen die de afgelopen jaren tot stand zijn
gekomen en goede resultaten laten zien. Neem bijvoorbeeld de bewerking van dagverse mest
tot biogas, kunstmestvervangers en andere producten – inclusief de aanzienlijke CO2 reductie
als bijvangst.

Europese regelgeving rond onder andere de toepassing van RENURE-meststoffen en andere
nuttige direct toepasbare producten die bij emissiebewerkingen vrijkomen voorkomt echter
vooralsnog dat dergelijke innovaties in Nederland toegepast kunnen worden – terwijl deze wel
geëxporteerd mogen worden naar landen als Frankrijk en Duitsland. Toepassing in Nederland
zou tot direct gevolg hebben dat er voor de Nederlandse markt aanzienlijk minder kunstmest uit
aardgas geproduceerd hoeft te worden.

Hoe beoordeelt de regering de kansen die de OSF ziet om in Nederland een aanzienlijke reductie
van de inzet van aardgas voor kunstmestproductie te realiseren?

Is de regering voornemens om belangrijke onnodige belemmeringen die de innovaties nu nog in
de weg staan, weg te nemen? Zo ja, op wat voor termijn?

Is de regering het met de OSF eens dat het onlogisch is dat in Polen en Rusland jaarlijks circa
600.000 m3 hoogveen natuurgebied wordt afgegraven ten behoeve van de Nederlandse
potgrond industrie, terwijl de innovaties op het gebied van mestverwerking juist een vervangend
restproduct zou kunnen leveren?