Provincie Brabant heeft een nieuwe nota Grondbeleid opgesteld. Door de jaren heen was het beleid t.a.v. grond versnipperd geraakt over diverse beleidsterreinen. Om dat weer samen te voegen is deze nieuwe nota opgesteld. Voor het over grote deel is het een conserverende nota. Veel van de inhoud is een voortzetting van eerder vastgesteld beleid. Een belangrijke wijziging is echter de instelling van een strategische grondbank. Om strategische grondaankopen te kunnen doen, willen Gedeputeerde Staten een grondbank instellen. Hiervoor wordt 42,5 miljoen euro voor beschikbaar gesteld. Hiermee willen de Gedeputeerde Staten in de komende 5 jaar 500 ha landbouwgrond aankopen. Als deze gronden dan ingezet moeten worden voor het realiseren van doelen (bv de aanleg van een weg) kan de provincie daar snel over beschikken.

Als Lokaal Brabant hebben wij op een aantal punten bezwaar gemaakt tegen dit voorstel. Op de eerste plaats vinden wij dat de bevoegdheden te veel bij de Gedeputeerde Staten komen te liggen. Hierdoor kunnen de Provinciale Staten haar kaderstellende en controlerende rol niet voldoende uitvoeren.

Volgens Lokaal Brabant sluiten de voorwaarden voor het instellen van de grondbank niet aan bij de titel Strategisch. Door de aankoop van de gronden en die vervolgens in 26-jarige pacht weer uit te geven, heeft de grondbank meer het karakter van een beleggingsbank. Ons voorstel zou dan ook zijn om alleen gronden aan te kopen die binnen afzienbare tijd (bv 10 jaar) ingezet kunnen worden. Dit kan zijn het aanleggen of verbreden van een weg, het aanleggen van natuur of het bouwen van woningen. Dan is de grondbank van echte Strategische betekenis.

Aangezien de aankoop van de gronden gefinancierd wordt uit het spaarpotje van de provincie (de Essent gelden), maakte Lokaal Brabant zich ook zorgen over de waardedaling van de grond. Als landbouwgrond wordt aangekocht heeft die een bepaalde waarde, als op die grond een bos wordt geplant, daalt de waarde van die grond. Hierdoor zou de totale waarde en dus ook het spaarpotje in omvang dalen en teren we dus in op onze reserves. Gelukkig heeft de Gedeputeerde uitgesproken dat bij het omlabelen van de grond (bv van landbouw naar bos) de waardevermindering bij moet worden betaald door het project dat die omlabeling wenst. Daarmee zijn wij, in elk geval op dat punt, gerust gesteld.