Stikstof heeft Nederland in de ban sinds de PAS-uitspraak van de Raad van State in 2019. Nederland werd door de rechter teruggefloten om de kwaliteit van de natuur te verbeteren. De tot dan toe geldende vergunningverlening doorstond de rechterlijke toets niet en men werd verplicht tot het nemen van ecologische herstelmaatregelen.

Inmiddels zijn we 3 jaar verder en lopen de gemoederen steeds verder op. Een inhoudelijke en gelijkwaardige dialoog voeren wordt steeds moeilijker en het idealisme gaat voor realisme. Voor onze provincie Noord-Brabant staan we voor enorme opgaven op het gebied van het reduceren van stikstof en zeker met de aanwezigheid van de vele veehouderijen en een hoge dichtheid van mensen en economische activiteit is er veel spanning. De polarisatie in de politiek heeft hierop een averechts effect.

Onze landbouwsector is drager van het landschap en produceert kwalitatief hoogwaardig voedsel. Het Nederlandse areaal van landbouwgrond (grofweg 1,8 miljoen hectare) is nooit genoeg om in onze totale eigenconsumptie te voorzien (hiervoor is 3,2 miljoen hectare landbouwgrond nodig). We telen in Nederland namelijk geen katoen en koffiebonen bijvoorbeeld terwijl we het wel consumeren. We moeten hiervoor onze ogen niet willen sluiten en hebben daarnaast ook een verantwoordelijkheid om te zorgen voor onze medemens in bijvoorbeeld minder ontwikkelde landen. Het is egocentrisch te denken dat we enkel voor onze eigen bevolking moeten produceren.

Het reduceren van de veestapel met 30% is geen garantie op een betere natuur, het inwisselen van stikstof van landbouwbedrijven voor economische ontwikkeling en woningbouw is een doodsteek voor de agrarische sector en zorgt er niet zondermeer voor dat de depositie van stikstof aan de kritische depositiewaarde (KDW) gaat voldoen. De investering van nagenoeg 1430 euro per inwoner van Nederland (25 miljard/17,5 miljoen inwoners) is een ongekende uitgave en hierbij dienen goede keuzes gemaakt te worden. Het doel is de stikstofreductie en uit onderzoek is gebleken dat dit gerealiseerd kan worden met een budget van ongeveer 10 miljard euro.

De wettelijke grondslag voor 50% stikstofreductie in 2030 zal in de herfst van 2023 naar de Kamer verzonden worden en zeker gezien de Provinciale Statenverkiezingen in 2023 is het zeer de vraag of er uiteindelijk een meerderheid voor deze wet komt. Met name de Eerste Kamer zal hierin een sleutelrol hebben.

Wij als Lokaal Brabant vinden een realistisch tijdspad om de stikstofemissie te verminderen van groot belang en willen daarbij zoveel mogelijk aanspraak kunnen maken op de gelden vanuit de Rijksoverheid. De vereiste stalaanpassing in 2024 in de provincie Noord-Brabant zit dit in de weg en stelt agrarisch ondernemers voor onzekere keuzes zonder enig houvast. Dit is een onwenselijke situatie en wij zien meer in een acceptabele termijn met meer ruimte voor innovatie en mestbewerking.

Daarbij dient ten alle tijden eerst de invloed van vrijwillige stoppers in beeld te zijn alvorens naar dwangmiddelen te grijpen. Daarnaast zijn we van mening dat er een integrale aanpak dient te zijn om de agrarische sector de komende jaren niet nogmaals op te stapelen met aangescherpte eisen op bijvoorbeeld de waterkwaliteit. We moeten zuinig zijn op onze agrarische sector en een kaalslag op het platteland voorkomen. De invloed van geopolitieke spanningen onderschrijven dit.

 

Door: Peter Godrie